5.2 EMU saldo
Bedragen x € 1.000 | ||||||
Omschrijving | Begroting | |||||
2024* | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -6.000 | 265 | -2.832 | 1.969 | 3.090 |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | 18.233 | 18.780 | 18.007 | 17.577 | 16.811 |
3. | Mutatie voorzieningen | -3.029 | -1.991 | 444 | -42 | -1.561 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 3.561 | -6.080 | 1.825 | -107 | 4.531 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | - | - | - | - | - |
Berekend EMU-saldo | -30.823 | -14.426 | -22.220 | -15.543 | -19.813 | |
* 2024 betreft de realisatie tot en met september aangevuld met een raming tot einde jaar. |
Toelichting bij: EMU saldo
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMI-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Van dit maximale tekort van 3% van Nederland is 2,6% voor de rijksoverheid en 0,4% voor de decentrale overheden.
De EMU-systematiek werkt evenwel op een andere manier dan het baten- en lastenstelsel dat decentrale overheden hanteren. Investeringen en uitgaven die worden gedekt uit reserves tellen bijvoorbeeld niet mee in de uitkomsten van het baten- en lastenstelsel, maar tellen wel door in het EMU saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Een negatief saldo betekent dat de uitgaven groter zijn dan de inkomsten. Voor de gemeente Hilversum is dit in alle jaren het geval.
De individuele EMU-referentiewaarde voor Hilversum betreft geen norm, maar een indicatie van het aandeel dat een provincie of gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft.
De referentiewaarde voor Hilversum is - € 18.726. Het berekende saldo voor 2025 blijft onder deze norm.