3.4.7 Rentelasten
De rentelasten in 2025 bedragen, gebaseerd op de raming van de financieringsbehoefte en de ramingen van de rentetarieven, afgerond in totaal € 3,8 miljoen. De rentelasten worden vervolgens via een rente omslagpercentage verdeeld over de programma's. Het rente omslagpercentage is voor 2025 vastgezet op 1,2%. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de te verwachten rentelasten in 2025.
Tabel 5 Rentelasten
Bedragen x € 1.000 | ||||
Rentelasten (lasten financieringsfunctie) | Jaarstukken | Begroting | Referentie | |
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | ||
Rente van bestaande langlopende leningen per 1 januari van het jaar | 3.351 | 4.445 | 2.984 | 1. |
Rente van nieuw aan te trekken langlopende leningen in 2025 | 510 | 2. | ||
Rente van kortlopende financieringsmiddelen | 232 | 380 | 380 | 3. |
Totale rentelasten | 3.583 | 4.825 | 3.874 |
- De rentelasten op bestaande leningen daalt ten opzichte van de begroting 2024. Dit komt omdat:
- Er in 2023 minder leningen zijn aangetrokken dan geraamd voor 2023.
- Er in 2024 geen langlopende leningen zijn aangetrokken. Geraamd was een bedrag van € 30 miljoen. Omdat dit bedrag niet is aangetrokken staan er geen rentelasten tegenover.
- Op de per 1 januari 2024 bestaande langlopende leningen zijn aflossingen gedaan waardoor onze leningschuld in 2024 is gedaald ten opzichte van 2023. De genoemde punten onder a, b en c werken door in een lagere beginstand van de bestaande leningen portefeuille op 1 januari 2025 ten opzichte van de begroting 2024 en daarmee ook lagere rentelasten.
- Om het berekende financieringstekort van 2025 af te dekken worden er op basis van de huidige prognose in 2025 naar verwachting nieuwe langlopende leningen aangetrokken voor een bedrag van € 17 miljoen tegen een geraamd rentetarief van 3,0%.
- Bij de raming van de rente over kortlopende financieringsmiddelen gaan we uit van een gemiddeld gebruik van de kredietfaciliteit van € 10 miljoen tegen een tarief van 3,80%.
Gevoeligheidsanalyse
Bij de berekening van de rentelasten wordt uitgegaan van de renteramingen zoals opgenomen in paragraaf 3.4.7. In tabel 6 wordt een indicatie gegeven van de gevoeligheid van de rentelasten voor stijging van de rentetarieven. In de tabel wordt weergegeven wat de financiële gevolgen zijn als het rentetarief, waartegen de voor de komende begrotingsperiode geraamde benodigde financiering (zie 3.4.2 Dekking financieringstekort) plaatsvindt, 1% hoger wordt dan het geraamde percentage voor het betreffende jaar zoals vermeld in paragraaf 3.4.7. Deze bedragen verdubbelen bij een 2% hoger rentepercentage dan geraamd en worden drie keer zo hoog bij een 3% hoger rentepercentage dan geraamd. Indien de stijging van de rentetarieven zich ook daadwerkelijk voordoet zullen de extra rentelasten beslag leggen op de begroting. Een en ander zou betekenen dat er extra rentelasten optreden van € 2,21 miljoen voor de periode 2025-2028.
Tabel 6 Rentegevoeligheid 2025-2028
Bedragen x € 1.000 | |||||
Rentegevoeligheid | Geraamde financiering | Hogere rentelasten per 1% rentestijging | |||
---|---|---|---|---|---|
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
Financiering 2025 tegen 1% hoger rentetarief dan geraamd | 17.000 | 170 | 170 | 170 | 170 |
Financiering 2026 tegen 1% hoger rentetarief dan geraamd | 26.000 | 260 | 260 | 260 | |
Financiering 2027 tegen 1% hoger rentetarief dan geraamd | 24.000 | 240 | 240 | ||
Financiering 2028 tegen 1% hoger rentetarief dan geraamd | 27.000 | ||||
Totale extra rentelasten (indicatief) bij een rentestijging van 1% ten opzichte van het geraamde rentetarief 2025. | 94.000 | 170 | 430 | 670 | 670 |